Wat is de betekenis van enormiteit?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

enormiteit

enormiteit - Zelfstandignaamwoord 1. blunder 2. grote omvang Woordherkomst afgeleid van enorm met het achtervoegsel -iteit

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Enormiteit

[Fr. énormité] 1 overmatige grootte; 2 ongelooflijke blunder.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Enormiteit

bovenmatigheid

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Enormiteit

gedrochtelijke grootte; buitensporigheid; ongehoord iets.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Enormiteit

(<Fr.) v. 1. bovenmatigheid; ongehoorde, gedrochtelijke grootte. 2. buitensporigheid, inz. grote domheid, uiting van verregaande onkundigheid: enormiteiten zeggen.

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Enormiteit

grote domheid, iets ongehoords.

2024-04-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

enormiteit

v. buitenmatigheid, gedrochtelijke grootte; ontzettende misdaad, ongehoord iets; grote stommiteit.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

enormiteit

v. enormiteiten (Fr. [Lat. enormitas]: overmatige grootte; ongehoord iets; ontzettende misdaad; grote stommiteit).

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

enormiteit

v. (-en) 1. Eig. gedrochtelijke grootte. 2. Metf. grote stommiteit, ongehoord iets.