enormiteit
enormiteit - Zelfstandignaamwoord 1. blunder 2. grote omvang Woordherkomst afgeleid van enorm met het achtervoegsel -iteit
Wiktionary (2019)
enormiteit - Zelfstandignaamwoord 1. blunder 2. grote omvang Woordherkomst afgeleid van enorm met het achtervoegsel -iteit
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Fr.) v. 1. bovenmatigheid; ongehoorde, gedrochtelijke grootte. 2. buitensporigheid, inz. grote domheid, uiting van verregaande onkundigheid: enormiteiten zeggen.
Jacon Kramers Jz (1948)
v. buitenmatigheid, gedrochtelijke grootte; ontzettende misdaad, ongehoord iets; grote stommiteit.
M. J. Koenen's (1937)
v. enormiteiten (Fr. [Lat. enormitas]: overmatige grootte; ongehoord iets; ontzettende misdaad; grote stommiteit).
Jozef Verschueren (1930)
v. (-en) 1. Eig. gedrochtelijke grootte. 2. Metf. grote stommiteit, ongehoord iets.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: