Wat is de betekenis van Enk?

2024-04-20
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Enk

Andere naam voor eng, oud-bouwland complex op de hogere zandgronden.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Enk

enkelvoud.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

enk

m. enken (bouwland, dikwijls hoger gelegen dan het omringende land; oorspr. gemeenschappelijk bouwland der markgenoten).

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

enk

o. (-en) groot, oorspronkelijk gemeenschappelijk bouwland in sommige dorpen.

2024-04-20
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Enk

Enk - zie ESCH.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Enk

Zie eng, zie es.

2024-04-20
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Enk

ENK, m. (-en), (gew.) eene omheinde of afgesloten streek bouwland, dat veelal aan onderscheiden eigenaars toebehoort.