Wat is de betekenis van Engeltje?

2024-04-19
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Engeltje

Zie Engel

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

engeltje

engeltje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord engel

2024-04-19
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Engeltje

Engeltje - 'er zit een engeltje op de lat': deze uitdrukking wordt gebruikt wanneer een keeper blijkbaar veel geluk heeft.

2024-04-19
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

engeltje

→ vliegtuigje EPF (de) KR - European Powerlifting Federation

2024-04-19
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Engeltje

1. alsof er een - op je tong piest,gezegd wanneer iets erg lekker smaakt. Deze uitdr. is al terug te vinden bij Herman Heijermans in diens studie uit 1903, Sabbath. Maar hij was de volgende dag weer fris, mankeerde niets, liep gauw naar de kroeg om een keil en als hij terug kwam zei hij: ‘Hé, ’t was of een engeltje op mijn tong pieste.’ (H. van Aal...

2024-04-19
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Engeltje

v -> Engel (Zuid-Holl.) Komt voor in Zuid-Holl. en in Cuyk bij niet-r.k. In Noord-Holl. als 'ouderwets' beschouwd.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Engeltje

o. (-s), 1. kleine engel, inz. als afbeelding, t.w. als een aanvallig jong kind voorgesteld; — oneig. een lief, aanvallig kind; — een engeltje in de hemel, een gestorven kindje; — engeltjes maken, zie Engeltjesmaakster. 2. (gew.) onze-lieveheersbeestje.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Engeltje

v. (-s) ➝ Angela.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Engeltje

o. (-s), 1. kleine engel, m.n. als afbeelding, nl. als een aanvallig jong kind voorgesteld; (oneig.) lief, aanvallig kind; een engeltje in de hemel, een gestorven kindje; 2. bruidje in een processie.