Wat is de betekenis van Engels?

2023-09-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Engels

Engels - Zelfstandignaamwoord 1. (taal) een taal die oorspronkelijk in Engeland werd gesproken, maar die nu ook de officiële taal in het Verenigd Koninkrijk, Australië, Belize, Bermuda, Canada, Ierland, Jamaica, Liberia, Nieuw-Zeeland, Nigeria en de Verenigde Staten is Engels - Bijvoeglijk naamwoord 1. (demoniem) als va...

2023-09-25
Woordenboek Populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Engels

1. -eziekte,een lage productiviteit; een stagnatie van de economische bedrijvigheid. Vaak te wijten aan slechte arbeidsverhoudingen, gebrek aan financiële steun voor nieuwe bedrijven. In Groot-Brittannië theBritish diseasegenoemd. Volgende week worden de stakingen verder uitgebreid en in het buitenland wordt gegniffeld dat de Duitsers bij zoveel ar...

Direct toegang tot alle 13 resultaten over Engels?

Word nu vriend van Ensie
2023-09-25
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

Engels

Engels - Verwijst naar de cultuur van het moderne Engeland, of in het algemeen naar de culturen van het zuidelijke deel van het eiland Groot-Brittannië, gewoonlijk met uitsluiting van Wales. De term kan ook verwijzen naar de cultuur van de Angelen, een van de Teutoonse volkeren die zich in Engeland vestigden in de 5de eeuw n. Chr. De term word...

2023-09-25
Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950

Pieter Scheen (1969)

Engels

Engels - zie L. Boskaljon.

2023-09-25
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Engels

bn.: zie Engelse bol, Engelse tajer.

2023-09-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Engels

adj., Ingelsk.

2023-09-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Engels

I. o., (oudt.) goud-en-zilvergewicht: 1/20 van een Oudhollands ons = 1538 gram: een mark heeft 160 engels. II. bn., (veroud.) van een engel, van engelen, nog in de engelse groet of groetenis, het Ave Maria. III. bn., van, uit Engeland; — (zegsw.) een Engelse brief schrijven, een middagdutje doen; — Engels...

2023-09-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

ENGELS

of Esterling was in Nederland de naam van een tot 1851 geldig klein gouden zilvergewicht ter waarde van 1/20 Oudhollands ons = 1,538 g.

2023-09-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Engels

Friedrich, naast Marx de voornaamste organisator der socialistische beweging niet alleen in Duitschland, maar in geheel Europa; * 28 Nov. 1820 te Barmen bij Elberfeld, ♱ 5 Aug. 1895 te Londen. E. was zoon van een fabrikant en werkte gedurende korten tijd in een fabriekszaak, terwijl hij zich tegelijk wijdde aan philosophische studiën en zich...

2023-09-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Engels

I. 1. bn. en bw. (als) van, eigen aan, in, uit, betreffende Engeland: -e zeden; flegma; -e kant. ➝ brief. 2. o. Engelse taal; kunnen; spreekt hij -? heeft hij geld? II. (Friedrich) Duits socialist, ° 1820 te Barmen, † 1895 te Londen; met Marx opsteller van het kommunistisch manifest, en de wetenschappelijke grondlegger van het socialism...

2023-09-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Engels

Engels - (Friedrich), Duitsch sociaal-democraat,geb. 1818 als zoon van een fabrikant te Barmen,ging in den handel, was in 1838 volontair in een aak te Bremen. Hij diende van 1841—1842 als„einjäriger” (vrijwilliger) in het leger.Van 1842 —1845 stond hij aan het hoofd van een filiaal der zaak van zijn vader te Manchester. Reeds van zijn prille jeugd...

2023-09-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Engels

ENGELS, o. (oudt.) goud-en-zilvergewicht: 1/20 van een oud-Hollandsch ons (= 1.538 Ned. wichtje): een mark heeft 60 engels.

2023-09-25
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Engels

Engels, o. (oudt.) goud en zilvergewigt, 1/20 van een oud-hollandsch ons (= 1.538 nederl. wigtje).