ENG
English
Wiktionary (2019)
eng - Bijvoeglijk naamwoord 1. angst veroorzakend ♢ Dat was echt een eng monster! 2. met weinig tussenruimte ♢ De enge straat liep dood. eng - Zelfstandignaamwoord 1. het symbool en de letter ŋ en de bijbehorende klank Synoniemen...
Muiswerk Educatief (2017)
eng - bijvoeglijk naamwoord 1. wat je laat rillen van angst of afkeer ♢ ik vind het eng om door dat donkere bos te lopen Bijvoeglijk naamwoord: eng ... is enger dan ... het engst ...
Walter De Clerck (1981)
In enkele toep. die in de standaardt. niet meer voorkomen: van ruimten, doorgangen e.d.: nauw, smal; van kleren: strak; - van een gezelschap, (familie)kring: besloten. Daar schuift zij in het enge hemdje, baadt even de voeten nog om er het zand van weg te spoelen, TEIRLINCK 1951, 1, 124. De gang is daar tamelijk eng, zodat zij tegenover elkaar sta...
Veerman (1954)
Aaneengesloten complex percelen oud-bouwland op de hogere zandgronden, vooral langs de randen van de Vel uwe voorkomende en nabij de dorpen of buurtschappen gelegen. Meestal sluiten enkele e. aaneen, waardoor een zeer grote eng ontstaat. Ook wel enk genoemd. In Drente spreekt men van es.
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
eng, nauw; benauwd; engerer Ausschuß, klein comité; dagelijks bestuur; nur die engeren Freunde waren eingeladen, alleen de intiemere vrienden waren uitgenodigd; in die engere Wahl kommen, in herstemming komen; nader in aanmerking komen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: