Wat is de betekenis van energiek?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

energiek

energiek - Bijvoeglijk naamwoord 1. vol persoonlijke energie Hij was duidelijk het energiekste lid van het groepje. Synoniemen levenskrachtig, vitaal

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

energiek

energiek - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: e-ner-zjiek 1. met kracht en doorzettingsvermogen ♢ zij is energiek bezig die klus uit te voeren 2. wie zich fris, gezond en krachtig voelt ♢ ?...

2024-03-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Energiek

[Fr. énergique] begaafd met energie, met kracht handelend, vervuld van krachtig streven om iets te bereiken, wilskrachtig; getuigend van geest, geestkracht.

2024-03-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Energiek

krachtig; flink

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

energiek

vol energie of geeskrag, bedrywig; kragdadig.

2024-03-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Energiek

krachtig; doortastend.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Energiek

(<Fr.), bn. bw. (-er, -st), (van personen en hun handelingen) vervuld van een krachtig en volhardend streven om een doel te bereiken; flink, krachtig handelend, met energie begaafd: een energiek jongmens; — van geestkracht getuigend: een energieke daad; — bw.: energiek optreden.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Energiek

krachtig, wilskrachtig.