energiek
energiek - Bijvoeglijk naamwoord 1. vol persoonlijke energie ♢ Hij was duidelijk het energiekste lid van het groepje. Synoniemen levenskrachtig, vitaal
Wiktionary (2019)
energiek - Bijvoeglijk naamwoord 1. vol persoonlijke energie ♢ Hij was duidelijk het energiekste lid van het groepje. Synoniemen levenskrachtig, vitaal
Muiswerk Educatief (2017)
energiek - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: e-ner-zjiek 1. met kracht en doorzettingsvermogen ♢ zij is energiek bezig die klus uit te voeren 2. wie zich fris, gezond en krachtig voelt ♢ ?...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Fr. énergique] begaafd met energie, met kracht handelend, vervuld van krachtig streven om iets te bereiken, wilskrachtig; getuigend van geest, geestkracht.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Fr.), bn. bw. (-er, -st), (van personen en hun handelingen) vervuld van een krachtig en volhardend streven om een doel te bereiken; flink, krachtig handelend, met energie begaafd: een energiek jongmens; — van geestkracht getuigend: een energieke daad; — bw.: energiek optreden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: