Wat is de betekenis van ellende?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ellende

ellende - Zelfstandignaamwoord 1. armoedige, beklagenswaardige omstandigheden die zorgen voor lijden en verdriet Hij wil politieke munt slaan uit andermans ellende. De aardbeving veroorzaakte veel ellende. 2. rampspoed, tegenslagen ...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ellende

ellende - zelfstandig naamwoord uitspraak: el-len-de 1. akelige toestand ♢ de oorlog veroorzaakt veel ellende Zelfstandig naamwoord: el-len-de de ellende Synoniemen kwelling, misère, narigheid, sores

2024-04-20
Pierewaaien (Quiz)

Genootschap Onze Taal (2001)

ellende

Waar is ellende van afgeleid? a Van el- (vergelijk elders) en land: die combinatie kreeg de betekenis ‘gevoelens van iemand in een ander land’; uiteindelijk kreeg het de algemene betekenis ‘narigheid’. b Van het Spaanse allende los maresr. ‘aan gene zijde van de zee’; de Nederlandse...

2024-04-20
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Ellende

Er zijn van die woorden die men dagelijks gebruikt, zonder er over na te denken dat zij eigenlijk heel doorzichtig zijn. Zo’n woord is ellende. Het eerste deel kennen wij uit een woord als elders, het tweede hangt samen met het woord land. Het geheel betekent dus: ander land, vreemd land. Dan wordt het: verblijf in een vreemd land, ballingsch...

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

ellende

ontbering; onheil.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ellende

s., ellinde, earmoed.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ellende

v. (-n), 1. rampzalige, zeer beklagenswaardige toestand of omstandigheid, alg. benaming voor leed door uitwendige omstandigheden, kommer: vjat een ellende is er in de wereld! armoede en ellende. 2. rampzalige of beklagenswaardige ervaring: de bron van onze ellenden. 3. in verzwakte opvatting, getob, narigheid: ’t is een ellen...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ellende

v. in bet. 2 ellenden (1 rampzalige toestand; 2 rampzalige ervaring): 1. de ellende v. d. oorlog, jammer, wee; een gezin in ellende gedompeld, nood, nijpende ontbering; 2. de bron van al onze ellenden, rampen.