Wat is de betekenis van Elkana?

2024-12-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Elkana

vader van Samuel (1 Sam. 1:1).

2024-12-14
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Elkana

vader van de profeet Samuel.

2024-12-14
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Elkana

Een leviet uit Ramathaïm-Sophim. Hij had twee vrouwen Anna en Phenenna, van welke de eerste de moeder werd van den profeet Samuel.

2024-12-14
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Elkana

Vader van Samuel, een Leviet uit de linie Kahath (1 Kron. 7), volgens 1 Sam. 1 een vroom man en teedere gade.

2024-12-14
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Elkana

Elkana - (Hebr. „God schept”), naam v. verschill. Israëlieten in ’t Oude Test.; de bekendste is Samuel’s vader, uit Rama op ’t gebergte Efraim, die tot zijn vrouw Hanna zeide, toen deze bedroefd was over haar kinderloosheid: „Ben ik u niet beter dan tien zonen?” (1 Sam. 1). Hoewel E. (en dus ook Samuël) vlgs. de oudste traditie een Efraimiet was, w...

2024-12-14
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Elkana

1) de vader van Samucl; I Sam. 1: 1 4, 8, 19, 21, 23; 2: 11,20; 1 Chron. 6: 27, 34. 2) nog negen verschillende personen in het O. T., vermeld: Exod. 6; 23; I Chron. 6: 23, 25, 26, 35 36; 9: 16; 12: 6; 15: 23; II Chron. 28: 7.