Wat is de betekenis van elft?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

elft

elft - Zelfstandignaamwoord 1. (vissen) Alosa alosa een haringachtige, die paait in de bovenloop van rivieren en beken en ooit inheems was in de Benelux In Frankrijk en Engeland komt de elft nog wel voor . Synoniemen meivis

2024-04-20
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

elft

Een aan de fint verwante zoet-zoutwaterrondvis en behoort tot de ‘haringachtigen’. In Nederland vrijwel uitgestorven en komt dan ook zelden op de menukaart voor. Alleen verkrijgbaar in de maand april. 9 ​

2024-04-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Elft

zeevis

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Elft

s., elft.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Elft

I. m. (-en), v. als stofn., zekere zeevis, de grootste soort van het geslacht haring (Alosa vulgaris), tot 1 m lang; zwemt tegen de paartijd in ’t voorjaar de rivieren op; wordt vers en gerookt gegeten; — (zegsw.) het eerste onweer in Maart pakt de elft bij zijn staart. II. v. (-en), (gew.) engerling, kwatworm; het masker van de meikeve...

2024-04-20
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Elft

(Clupea alosa), tot de Haringachtigen behorende zeevissoort. Trekt in het voorjaar de grote rivieren op om te paaien. Gerookte elft is een gezochte lekkernij.

2024-04-20
Encyclopedie voor voeding

dr. ir. P. Schoorl (1938)

Elft

Elft is een zoowel in zout als zoet water voorkomende vischsoort, welke naast de zalm in onze groote rivieren voorkwam. Wordt tot 70-80 cm lang.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

elft

(zeevis van het geslacht der haringen; Lat. alausa vulgaris) 1. (voorwerpsn.), m. elften: de elft zwemt in ’t voorjaar onze rivieren op om kuit te schieten; 2. (stofn.), v.: elft eten; volksn. Meivis.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Elft

soort haring; zeevisch, die i/h voorjaar de rivieren opzwemt, om kuit te schieten, wordt tot 80 cm lang. Sterft steeds meer uit.