Wat is de betekenis van Eindje?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Eindje

(2010) (hiphoppers) Eindhoven. • In hiphoptaal is Nijmegen Nimma, Tilburg Tilly, Den Haag Agga, Rotterdam Roffa, Amsterdam Damsco en Eindhoven Eindje. Als je eenmaal de hiphoptaal beheerst, is het des te vermakelijk. (de Gelderlander, 05/02/2010) • (Vivien Waszink & Laura van Eerten: Kids, koffietjes & comfortzone. Waarom taal so...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

eindje

eindje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord eind 2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord einde

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

eindje

eindje - zelfstandig naamwoord uitspraak: eind-je 1. een korte afstand ♢ we liepen een eindje om 1. de eindjes niet aan elkaar kunnen knopen [niet genoeg hebben om van te leven] ...

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

eindje

o. eindjes (1 stukje; restantje; 2 het laatste gedeelte van een sigaar): 1. een eindje touw; loop je een eindje mee? 2. een eindje weggooien.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

eindje

('eintjə) o. (-s) vklw. van →: einde.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Eindje

EINDJE, ENDJE, o. (-s), het uiterste stukje, het laatste overblijfsel (van eene kaars, van een sigaar); — kort stuk: een eindje touw; — een stevig endje, een kort en stevig persoon; — een eindje wegs, een korte afstand; — korte afstand: een eindje meegaan; een eindje verder woont hij, eenige huizen verder; — dat i...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Eindje

Eindje, (B. -N), o. (-s), het uiterste stukje, het laatste overblijfsel (van eene kaars, van een touw); een - wegs, een korte afstand; zijn - vast houden, zijne zaak verdedigen, zijne meening volhouden.