eigenpijper
(1985) (inf.) iemand die denkt dat hij heel wat is, die zichzelf graag bewierookt in het openbaar; zelfingenomen, arrogant persoon; egotripper*. In Onze Taal van juli/augustus 1985 onder ‘trendgevoelige uitdrukkingen en woorden’ opgenomen. Syn.: eigengeiler*; selfkicker*. • (Albert Gillissen & Paul Olden: Het eerste Nederlands...