Wat is de betekenis van eigenpijper?

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

eigenpijper

(1985) (inf.) iemand die denkt dat hij heel wat is, die zichzelf graag bewierookt in het openbaar; zelfingenomen, arrogant persoon; egotripper*. In Onze Taal van juli/augustus 1985 onder ‘trendgevoelige uitdrukkingen en woorden’ opgenomen. Syn.: eigengeiler*; selfkicker*. • (Albert Gillissen & Paul Olden: Het eerste Nederlands...

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

eigenpijper

eigenpijper - Zelfstandignaamwoord 1. iemand met een hoge eigendunk, egotripper Woordherkomst samenstelling van eigen en pijper

2024-04-23
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

eigenpijper

iemand met een hoge eigendunk. Vernederlandsing van egotripper. In Onze Taal van juli/augustus 1985 onder ‘trendgevoelige uitdrukkingen en woorden’ opgenomen. Verder nog vermeld door Gillissen & Olden.

Gerelateerde zoekopdrachten