Wat is de betekenis van eigenaardigheid?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

eigenaardigheid

eigenaardigheid - Zelfstandignaamwoord 1. een bijzondere hoedanigheid Vond jij dat ook zo'n eigenaardigheid? Woordherkomst Afgeleid van eigenaardig met het achtervoegsel -heid.

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

eigenaardigheid

eigenaardigheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: ei-gen-aar-dig-heid 1. een gewoonte die anderen vreemd of ongepast vinden ♢ ik moest wel wennen aan de eigenaardigheden van mijn maffe vriend Zelfstandig naamwoord: ei-gen-aar-dig-heid ...

2024-04-19
Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Eigenaardigheid

Eigenaardigheid - verouderde, bedekte aanduiding voor de tegennatuurlijke liefde. ... zonder eenigen twijfel [heeft] een aanzienlijk contingent der homosexueelen hun eigenaardigheid te wijten aan aangeboren aanleg. (Stokvis, 1939).

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Eigenaardigheid

s., eigenaerdichheit.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Eigenaardigheid

v. (...heden), het eigenaardig-zijn; bijzondere eigenschap, geaard- of hoedanigheid: hij heeft zulke eigenaardigheden.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

eigenaardigheid

v. (...heden) 1. Eig. het eigenaardig zijn. 2. Metn. wat eigenaardig is.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Eigenaardigheid

v. (-heden), 1. het eigenaardig-zijn; 2. bijzondere eigenschap, geaardheid of hoedanigheid: ieder mens heeft zo zijn eigenaardigheden.