Wat is de betekenis van eigen?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

eigen

eigen - Bijvoeglijk naamwoord 1. op zichzelf betrekking hebbend, van jezelf Eigen huis. Vakantie in eigen land. 2. typisch (voor) Experimenteren is eigen aan de leeftijd. ...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

eigen

eigen - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ei-gen 1. van jezelf ♢ dat zijn mijn eigen zaken 1. je een vreemde taal eigen maken [een vreemde taal leren] 2. eigen baas...

2024-03-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

eigen

(zn.) - ik werk voor mijn eigen, ik werk voor mezelf. - hij werkt voor zijn eigen, hij is zelfstandige. - op zijn eigen zijn, eenzaam, alleen (willen) zijn.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Eigen

1 de- broek op kunnen houden,geheel onafhankelijk van anderen zijn; zichzelf kunnen beredderen. Een erg recente en wat modieuze uitdr. Maar ook dit soort organisaties moet leren de eigen broek op te houden. (Vrij Nederland, 16/03/91) Het meerjarenplan van de NOS, in de wandelgangen het plan-De Jong, gaat ervan uit dat de omroepen ‘de eigen broek op...