Wat is de betekenis van egel?

2024-04-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

egel

zoogdier met stekels. klein inheems zoogdier, dat op de rugzijde met scherpe, bruingrijze stekels bezet is en dat zich bij gevaar kan oprollen tot een stekelige bal. Voorbeelden: Het dier is de verbeelding van de oerdrift die bij de mens vaak moeilijk te herkennen is. De leeuw wil heersen en stralen, de egel wil zich beschermen en de...

2024-04-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

egel

egel - Zelfstandignaamwoord 1. (dierkunde), (zoogdieren) Erinaceus europaeus, een klein insectenetend zoogdier waarvan de rugzijde met stekels bezet is Ik vind egels erg lief. De stekels van een egel kunnen niet voorkomen dat veel egels doodgereden...

2024-04-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

egel

egel - zelfstandig naamwoord uitspraak: e-gel 1. zoogdier met scherpe stekels op rug en kop ♢ een egel voedt zich met muizen Zelfstandig naamwoord: e-gel de egel de egels ...

2024-04-17
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Egel

Het onbewuste vereenzelvigt de stekels met de bereidheid tot weerstand, d.w.z.: de dromer zou in de waaktoestand gerust een keer z’n stekels aan mensen mogen laten zien, die hem niet gunstig gezind zijn. Wanneer de egel zich in de droom oprolt, dan betekent dit, dat we in het werkelijke leven eindelijk onze rust willen hebben.

2024-04-17
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

egel

Als men iemand allerlei ellende toe wilde wensen, kon men volgens het WNT in de 17de eeuw ook zijn toevlucht nemen tot de verwensing iemand de egel in zijn klapmuts gunnen. Men hoeft niet veel fantasie te hebben om zich een voorstelling te maken van de ellende die ontstaat als er een egel in een opgezette mannenmuts zit. Overigens is deze ve...

2024-04-17
Prisma van de symbolen

Hans Biedermann (1992)

egel

Gr. echinos, Lat. erinaceus. Dit ‘gewapende, maar vredelievende’ dier heeft overal waar het voorkomt altijd veel aandacht getrokken.

2024-04-17
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

egel

egel - Spitsmuisachtige, insectenetende zoogdieren van boven met stijve korte borstels bezet; in gevaar rolt hij zich als een bal tezamen en zet de stekels overeind.

2024-04-17
Encyclopedie van het milieu

Oosthoek (1984)

egel

(Erinaceus europeus), zoogdier uit de familie Erinaceidae, orde insekteneters; lichaamslengte 22-28 cm, staartlengte 2—4 cm, gewicht 750—1200 g; gedrongen postuur, korte poten en spitse snuit; behaard, maar de rugzijde overdekt met 2-3 cm lange stekels. De egel komt voor op droog terrein met dekking van heggen, bosranden, parken, tuinen...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-17
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Egel

een met stekels toegerust zoogdier. Deze nuttige muizenverdelger wordt 30 cm lang; bij gevaar rolt hij zich tot een stekelige bal op.