egaal
...
Wiktionary (2019)
egaal - Bijvoeglijk naamwoord 1. effen ♢ Het kleedje was egaal rood. 2. gelijkmatig. ♢ De lucht was egaal helder. 3. onverschillig. ♢ 't Is mij egaal. 4. glad, zonder hobbels, bobbels of klonten ...
Muiswerk Educatief (2017)
egaal - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: e-gaal 1. met een oppervlak zonder bobbels ♢ we hebben de tuin egaal gemaakt Bijvoeglijk naamwoord: e-gaal ... is egaler dan ... het egaalst...
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)
Egaal is het zo glad mogelijk opbrengen van materiaal, bijv. verf zonder toon (1) of factuurverschillen, of gelijkmatig bewerken van materiaal, bijv. schuren, ciseleren.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Fr. égal, van Lat. aequalis, van aequus = gelijk] glad, effen, zonder verhevenheden, gelijkmatig; het is me -, het is me onverschillig.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: