Wat is de betekenis van eerwaard?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

eerwaard

eerwaard - Bijvoeglijk naamwoord 1. een aanspreekvorm vooral gebruikt voor de lagere geestelijkheid, zoals paters, zusters etc Op zaterdag 8 oktober 2011 nam de parochie Schurhoven officieel afscheid van eerwaarde heer Maurits Bamps als pastoor. Woordherkomst samenstelling van eer...

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Eerwaard

bn., titel van een geestelijke van lagere rang: eerwaarde vader; — (wel)eerwaarde heer, titel van een predikant of pastoor; — zelfst. als aanspreektitel: Eerwaarde.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

eerwaard

bn. (titel van een geestelijke van lagere rang); zie Bijlage III.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

eerwaard

(e:r'wa:rt) bn. titel van geestelijke personen van lagere rang: -e heer, pater, broeder, moeder.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Eerwaard

bn., titel van een geestelijke van lagere rang: eerwaarde vader; (wel)eerwaarde heer, titel van een predikant of pasto(o)r; zelfst. als aanspreektitel: eerwaarde.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Eerwaard

EERWAARD, bn. titel van een geestelijke van lageren rang: eerwaarde vader; — (weleerwaarde heer, titel van een predikant of pastoor; hoogeerwaarde, de titel van een bisschop.

2024-04-19
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Eerwaard

zie Aanzienlijk.