eerloosheid
eerloosheid - Zelfstandignaamwoord 1. het eerloos zijn ♢ De eerloosheid van de tegenstander was een reden om door te vechten. Woordherkomst afgeleid van eerloos met het achtervoegsel -heid
Wiktionary (2019)
eerloosheid - Zelfstandignaamwoord 1. het eerloos zijn ♢ De eerloosheid van de tegenstander was een reden om door te vechten. Woordherkomst afgeleid van eerloos met het achtervoegsel -heid
John Kooy (1933)
(niet in Ned. toegepaste) bijkomende straf, waardoor een veroordeelde tevens tijdelijk of voorgoed zijn burgerlijke rechten verliest.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Eerloosheid - Sommige strafwetten verbinden aan bepaalde straffen een onteerend karakter of kennen straffen, die in het bijzonder iemand in zijn eergevoel krenken (openlijke tentoonstelling, kaakstraf). Zoo de Code Pénal. Met een en ander is in het algemeen hier te lande in 1854 gebroken. Ons strafwetboek kent wel als straf de ontzetting uit bepaal...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: