Wat is de betekenis van eenvoudigheid?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

eenvoudigheid

eenvoudigheid - Zelfstandignaamwoord 1. het eenvoudig zijn, de eenvoud Woordherkomst afgeleid van eenvoudig met het achtervoegsel -heid

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Eenvoudigheid

s., ienfâldigens, simpelens, sljochtens.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Eenvoudigheid

v., g. mv., de hoedanigheid van eenvoudig te zijn; — argeloosheid: ik deed (zei) dat zo in mijn eenvoudigheid (in eenvoudigheid des harten), zonder kwade bedoelingen.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

eenvoudigheid

v.: eenvoudigheid des verstands, kinderlijkheid; eenvoudigheid van zeden.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

eenvoudigheid

v. het → eenvoudig zijn. Syn. eenvoud.

2024-04-23
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Eenvoudigheid

In artikel 1 der Gereformeerde Confessie wordt beleden dat het eeuwige Wezen, hetwelk wij God noemen, eenvoudig is. Het is niet gemakkelijk van die eenvoudigheid Gods zich een rechte voorstelling te maken. Zij mag niet gedacht worden hetzelfde te zijn als enkelvoud, want als dit gedaan wordt staan wij voor de grootste verwarring. Als men van enkelv...