Wat is de betekenis van Eenkennig?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

eenkennig

eenkennig - Bijvoeglijk naamwoord 1. bang voor vreemden, verlegen Het eenkennige kind ging achter de gordijnen staan toen er bezoek kwam, maar ontdooide snel toen de taart op tafel kwam. Woordherkomst Samenstellende afleiding van een en de stam van kennen met het achtervoegsel -ig

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

eenkennig

eenkennig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: een-ken-nig 1. verlegen, bang voor vreemden ♢ als kinderen een jaar zijn, worden ze vaak wat eenkennig Bijvoeglijk naamwoord: een-ken-nig ... is eenkenniger dan ......

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

eenkennig

menssku, teruggetrokke; vol streke (dier).

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Eenkennig

adj., ienkennich, kennich; (van paard of ander huisdier), mankundich, -kennich.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Eenkennig

bn. (-er, -st), in gespr. t. ook inkennig, slechts één persoon -willende kennen, bang voor vreemden, verlegen (van jonge kinderen).

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

eenkennig

bn. (slechts één persoon willende kennen inz. van kleine kinderen: schuw, bang voor vreemden).

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

eenkennig

(e:n‘kennəch) bn. slechts aan een persoon gewend en bang voor vreemden : een kind.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Eenkennig

bn. (-er, -st), slechts één persoon willende kennen, bang voor vreemden, verlegen (vooral van jonge kinderen).

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)