eengezinswoning
huis voor een gezin. woonhuis met bescheiden omvang, geschikt voor bewoning door een persoon, al dan niet met een gezin. Voorbeelden: Nederlanders wonen bij voorkeur in een eengezinswoning, het liefst met een puntdak, en met de auto naast de deur. NRC, 1995 Er is geen enkele beperking voor het plaatsen van een domotica-instal...