eendrachtig
...
Wiktionary (2019)
eendrachtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. samen met één doel en zonder ruzie ♢ Eendrachtig werkten alle mensen samen om de dijk te dichten na de dijkdoorbraak. Woordherkomst afleiding van eendracht met het achtervoegsel -ig
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), eensgezind, zonder geschillen samenwerkend of -levend, of aldus plaats hebbend, in harmonie.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (eensgezind; zonder geschillen samenwerkend of samenlevend; blijken gevende van, strevende naar eendracht): eendrachtige samenwerking; eendrachtig handelen.
Jozef Verschueren (1930)
(e:n'drachtəch) bn. en bw. (-er, —st) eensgezind naar hetzelfde doel strevend : -e samenwerking; handelen. Syn. eenparig, eens, eensgezind, eenstemmig.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. enbw. (-er, -st), eensgezind, zonder geschillen samenwerkend of -levend, of aldus plaatshebbend; in harmonie.
J.H. van Dale (1898)
EENDRACHTIG, bn. bw. (-er, -st), eensgezind, vreedzaam. EENDRACHTIGHEID, v. EENDRACHTIGLIJK, bw. (w. g.).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: