een lange arm hebben
(18e eeuw) (ook: lange armen hebben) (inf.) veel invloed hebben; verregaande macht bezitten. Het WNT citeert o.a. J. van Effen (De Hollandsche Spectator. 1731-1735) en P.J. Harrebomée (Spreekwoordenboek der Nederlandsche Taal. 1858-1870). • Heiligen, die ten slotte blij waren dat aureool kwijt te spelen van supermensen met een lange arm...