een glas puur
(1926) (inf.) een glas pure alcohol, niet verlengd met water. • „En Mevrouw Verstrate? Limonade? of soms een kopje chocola?” Mevrouw Verstrate stak even den draak met haar geheel-onthoudersprincipes en vroeg om een glaasje puur .... „Nu ja: water”. (G. van Nes-Uilkens: Duikelaartje. 1926)