Wat is de betekenis van Een geluksvogel?

2025-02-07
Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Een geluksvogel

iemand wie alles bijzonder meeloopt, die veel geluk heeft, hetzelfde als een gelukshans, een gelukskind, een gelukzak (Zuidndl.). Vogel moet in deze samenstelling in dezelfde zin worden opgevat als in een slimme, gladde, loze, stoute vogel, een spotvogel, t.w. als gemeenzame aanduiding van een persoon. Vgl. Hd. ein Glückskind, Glückspilz,...

2025-02-07
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Een geluksvogel

D.i. iemand wien alles bijzonder meeloopt, die veel geluk heeft, een boffer, een bofkont; hetzelfde als een gelukshans, een gelukskind, een gelukzak (Teirl. 470). Het znw. vogel moet in deze samenstelling in denzelfden zin worden opgevat als in een slimme, schrandere, gladde, stoute vogel (d.i. mensc...

2025-02-07
Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

F.A. Stoett

Een geluksvogel

iemand wie alles bijzonder meeloopt, die veel geluk heeft, hetzelfde als een gelukshans, een gelukskind, een gelukzak (Zuidndl.). Vogel moet in deze samenstelling in dezelfde zin worden opgevat als in een slimme, gladde, loze, stoute vogel, een spotvogel, t.w. als gemeenzame aanduiding van een persoon. Vgl. Hd. ein Glückskind, Glückspilz,...