Een geluksvogel
iemand wie alles bijzonder meeloopt, die veel geluk heeft, hetzelfde als een gelukshans, een gelukskind, een gelukzak (Zuidndl.). Vogel moet in deze samenstelling in dezelfde zin worden opgevat als in een slimme, gladde, loze, stoute vogel, een spotvogel, t.w. als gemeenzame aanduiding van een persoon. Vgl. Hd. ein Glückskind, Glückspilz,...