Een flater begaan (of slaan)
D.i. eene domheid in het schrijven of spreken begaan [i](Taalk. Mag.[/i] II, 335); westvl. een pekkel draaien. Vermoedelijk is de eerste beteekenis van het znw. flater die van lap, daarna slag, oorveeg, in welke beteekenis het dial. nog bekend is (zie Gunnink, 129; De Bo, 324: fleter, fleers, flap, slag met de han...