Een dutje doen
D.w.z. een lichten, korten slaap nemen; even slapen. Dutje is eene afleiding van het wkw. dutten, dat suffen, mijmeren beteekent; vgl. mnl. doten, dutten, razen, woeden; Kil.doten, dutten, delirare, desipere;, mnd. vordutten, in verwarring, buiten bezinning geraken of brengen; eng. to dote, suffen; nijsl. ...