Een boekje van iemand opendoen
zijn misslagen en gebreken blootleggen, alles wat men te zijnen nadele weet bekendmaken, a.h.w. oplezen; wellicht met bijgedachte aan de boeken die bij het laatste oordeel geopend zullen worden, en waarin de slechte en goede daden van alle mensen staan opgetekend (Openb. 20:12; Dan. 7:10). Een bevestiging van dit vermoeden vinden we in een Mnl. lie...