echtelijk
echtelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. (formeel) betrekking hebbend op het huwelijk en/of een echtpaar Woordherkomst afgeleid van echt met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e- Antoniemen onechtelijk Verwante begrippen huwelijks
Wiktionary (2019)
echtelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. (formeel) betrekking hebbend op het huwelijk en/of een echtpaar Woordherkomst afgeleid van echt met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e- Antoniemen onechtelijk Verwante begrippen huwelijks
Muiswerk Educatief (2017)
echtelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ech-te-lijk 1. van een echtpaar ♢ waar is de echtelijke slaapkamer? 1. de echtelijke staat [het getrouwd zijn] Bijvoeglijk naamwoord:...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., betrekking hebbende op de echt, daartoe behorende: echtelijk geluk; echtelijke plichten; echtelijke trouw, huwelijkstrouw; — de echtelijke woning verlaten, die der echtelieden; — de echtelijke staat, huwelijksstaat; — echtelijke gemeenschap, omhelzing, die van man en vrouw.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (betrekking hebbende op de echt): echtelijke plichten, echtelijk geluk; de echtelijke staat.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., met betrekking tot de echt, daartoe behorende; de echtelijke woning verlaten, die van de echtelieden; de echtelijke staat, huwelijksstaat.
J.H. van Dale (1898)
ECHTELIJK, bn. betrekking hebbende op den echt: echtelijk geluk, huwelijksgeluk; echtelijke plichten, huwelijksplichten; de echtelijke woning verlaten, die der echtelieden; — de echtelijke staat, huwelijksstaat; — echtelijke gemeenschap, omhelzing, die van man en vrouw; — bw. (w. g.) wettiglijk, deugdelijk.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: