Wat is de betekenis van Ebenist?

2024-04-18
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Ebenist

[Fr. ébéniste = oorspr.: maker van meubels, van ébène = ebbehout, van Lat. ebenus, Gr. ebenos] schrijnwerker, maker van fijne meubels, spec. met inlegwerk.

2024-04-18
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Ebenist

fijn meubelmaker

2024-04-18
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

ebenist

ebenist - Vakkundige Franse meubelmakers van luxueuze meubels. Wordt ook gebruikt voor Franse schrijnwerkers die zijn gespecialiseerd in gefineerde meubels.

2024-04-18
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Ebenist

(v. Fr. ébéniste), vakaanduiding waaronder de vervaardigers van pronkmeubelen uit ebbehout of ingelegd ebbehout zich aan het begin van de 17de eeuw een afzonderlijke status tussen de andere gilden verwierven. Na 1650 gaan de ebenisten zich. meegaand met de veranderende mode, vooral toeleggen op marqueterie.

2024-04-18
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Ebenist

schrijnwerker in ebbehout.

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ebenist

(<Fr.), m. (-en), schrijnwerker in ebbenhout, fijn meubelmaker.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ebenist

m. ebenisten (werker in ebbenhout; fijne schrijn- of meubelwerker).

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ebenist

(eba'nist) m. (-en) 1. werker in ebbehout. 2. Algm. fijn meubelmaker.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Ebenist

Schrijnwerker, die speciaal ebbenhout verwerkt.