Wat is de betekenis van dweilen?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

dweilen

Het begrip dweilen heeft 6 verschillende betekenissen: 1) met een dweil schoonmaken. met een dweil schoonmaken of droogmaken; een dweil over de vloer halen om deze te reinigen. 2) ijs weer sterk en glad maken. een ijsoppervlak sterk en glad maken met een speciale machine door er eerst een laagje ijs af te schrapen en er dan een beetj...

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

dweilen

1) (19e eeuw) (stud. Leiden) zwieren; nachtbraken, op de boemel gaan. • Na die tijd had hij, nu reeds eenjaar of drie, op zijn vaders kosten, die gelukkig een welgesteld man was, een ander beroep uitgeoefend, hetwelk men (alsmede te Leiden) de vererende naam van 'dweilen' geven zou... (Hildebrand: Camera Obscura. 1851) • Dweilen, (stud....

2024-04-26
Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

dweilen

slingeren door een slechte wegligging; zwabberen; zwenken Hoe reageert de stuurinrichting in bochten? Is de auto stabiel op hoge snelheid, vooral bij zijwind? Heeft de auto de neiging van koers te raken door oneffenheden in de weg? Deint, dweilt of stoot de auto? Reageert hij heftig op korte oneffenheden? http://www.autovisie.nl/ Al een tij...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dweilen

dweilen - Werkwoord 1. met behulp van een dweil reinigen Ik heb de vloer gedweild. dweilen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dweil Woordherkomst afgeleid van dweil met het achtervoegsel -en

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dweilen

dweilen - regelmatig werkwoord uitspraak: dwei-len 1. schoonmaken met een stevige, natte doek ♢ heb jij de tegels in de gang al gedweild? 1. dweilen met de kraan open [zinloos werk doen]...

2024-04-26
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Dweilen

Dweilen - aan of op de boemel gaan. Na die tijd had hij, nu reeds een jaar of drie, op zijn vaders kosten, die gelukkig een welgesteld man was, een ander beroep uitgeoefend, hetwelk men (alsmede te Leiden) de vererende naam van dweilen geven zou... - Hildebrand, Camera Obscura (1851) ​

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Dweilen

(dweilde, heeft gedweild), 4. bij een staking op georganiseerde wijze aandrang uitoefenen op werkwilligen zodat zij zich bij de staking aansluiten.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dweilen

v., dweilje, dweile.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)