Wat is de betekenis van Dwalen?

dwalen - Werkwoord 1. ergatief zonder kennis van waar men is rondbewegen ♢ We zijn uren door die stad gedwaald voordat we eindelijk een bruikbaar verkeersbord zagen. 2. (inerg) zonder kennis van waar men is bewegen ♢ We hebben gelukkig niet zo lang gedwaald....

dwalen - regelmatig werkwoord uitspraak: dwa-len 1. je verplaatsen, zonder duidelijke richting ♢ we dwaalden heerlijk door de stad 2. van het een op het ander overspringen ♢ zijn blik dwaalde ov...

v., dwale, dwile, dwylje, doele doale, (om)dwelmje, de dwylmûtse ophawwe. dwaler s., dwelmer.

...

(dwaalde, heeft gedwaald), 1. op een verkeerde weg zijn of voortlopen: volg deze weg maar, gij kunt niet dwalen; 2. zonder bepaald doel rondlopen: wij dwaalden twee uren in het bos; 3. (van blikken en gedachten) van het een op het ander springen, weiden; 4. tegen zijn bedoeling of ongemerkt zich verwijderen van, ofwel: ongemerkt, lan...

dwaalde, h. gedwaald (ronddolen; op een verkeerde weg zijn; zonder doel rondlopen; fig. het mis hebben).

('dwa:lən) (dwaalde, heeft gedwaald) 1. op een verkeerde weg zijn : in het bos -. 2. zonder bepaald doel rondlopen : door de velden -. Syn. dolen. 3. zich vergissen, terwijl men meent goed te handelen : ook de verstandigste kan -. Syn. → dolen.

(dwaalde, heeft gedwaald), 1. op een verkeerde weg zijn of voortlopen: volg deze weg maar, u kunt niet dwalen; 2. zonder bepaald doel rondlopen: wij dwaalden twee uren in het bos; 3. (van blikken en gedachten) van het een op het ander springen; 4. tegen zijn bedoeling of ongemerkt zich verwijderen van, ofwel: ongemerkt, langs omwegen zich ergens...

...