Wat is de betekenis van dus?

2025-06-18
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-18
Prisma Fries Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-18
Prisma Fries Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-18
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dus

I. voegw. (of voegw. bw.) dat een gevolgtrekking inleidt (al of niet met de gewone woordschikking), blijkens het voorgaande: deze driehoek is gelijkzijdig, dus zijn de hoeken (dus de hoeken zijn, de hoeken zijn dus) zestig graden; II. bw., op deze wijze, aldus: dus sprak de held; het dus gewijzigd ontwerp.

2025-06-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dus

dus - Voegwoord 1. om die reden, daarom (signaalwoord) Het is mooi warm weer, dus trek ik geen trui aan. Hij had goed en hard gestudeerd, dus was hij niet bang voor zijn examen.

2025-06-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dus

dus - voegwoord 1. geeft logisch vervolg aan ♢ ik heb visite, dus ik kan niet mee Voegwoord: dus

2025-06-18
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

dus

so, aldus; daarom, derhalwe.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-06-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dus

conj., dus, dêrom, sadwaende.