Wat is de betekenis van Dun?

2024-04-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

dun

1) (1906) (Barg.) jenever, klare. Variant: dum*. Kijk ook onder: dun gesnedene. • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • Een groot glas jenever werd aangeduid als een werklooze, of een haaie lel; de drank zelf als huppelwater, jajem, jandoedel, neurie, dun, enz. Somtijds hoorde men spreken van een glaasje recht-op-en-neer...

2024-04-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dun

dun - Bijvoeglijk naamwoord 1. van geringe dikte De jonge vrouw was nog heel dun. 2. heel vloeibaar De soep was veel te dun omdat er teveel water bij was gedaan. 3. van haar als er veel ruimte zit tussen de verschillende haren ...

2024-04-17
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Dun

In de tweede helft van de 19de eeuw noemden Nederlandse soldaten hun glaasje 'licht bitter' dun gesneden. Mogelijk is dun 'klare' hier een verkorting van. Hoe het ook zij, deze borrel naam werd in 1906 voor het eerst opgetekend, in het Bargoens. De naam verwijst naar het waterachtige aspect van jenever. Israël Querido vereeuwigde het woord in 1931...

2024-04-17
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

dun

1. Van een opening of volgbod: gebaseerd op (sub)minimale waarden. 2. Van een eindcontract, meestal een manche of een slem: weinig kansrijk maar desondanks maakbaar.

2024-04-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dun

dun - bijvoeglijk naamwoord 1. met een kleine breedte of omvang ♢ zij heeft dunne vingers 2. heel vloeibaar ♢ wat is die soep dun! 1. aan de dunne zijn ...

2024-04-17
Jargon & Slang van Beursspeculanten

Marc De Coster (2017)

Dun

Dun - dunne markt: weinig handel. Dunne handel, klaagt een commissionair. - P. van de Ven,Beleggen en speculeren op de beurs (1986) ​

2024-04-17
Eerste hulp bij wijn begrippenlijst

Harold Hamersma (2005)

dun

Schrale, smaakloze wijn, vaak met veel zuren. Komt heel regelmatig voor.

2024-04-17
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Dun

1. aan de -ne zijn,diarree hebben; overmatige en dunne ontlasting. Deze uitdr. komt al voor bij Harrebomée. Vgl. Duitse volkstaal die Dunne.Vgl. ook snelle Katrien.In medisch slang wordt diarree aangeduid als dunne def. Bob gaat galant een kopje thee voor haar inschenken. Zonder suiker, want ze heeft nog steeds de dunne. (Jan Wolkers: De kus, 1977)...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-17
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

dun

plat; maer; nie dig nie; besonder vloeibaar; slank.