Wat is de betekenis van duizelig?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

duizelig

duizelig - Bijvoeglijk naamwoord 1. een gevoel waarbij alles lijkt rond te draaien en het gevoel voor evenwicht verstoord is Woordherkomst Afgeleid van de stam van duizelen met het achtervoegsel -ig. Verwante begrippen duizelen

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

duizelig

duizelig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: dui-ze-lig 1. met een draaierig gevoel alsof je gaat vallen ♢ ik werd duizelig toen ik naar beneden keek Bijvoeglijk naamwoord: dui-ze-lig ... is duizeliger dan ......

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Duizelig

adj., dûz(el)ich, dûzich, dronken, draeijerich, mealderich, dwyl lichthollich, swymhollich, licht yn ’e holle; ik ben —, it draeit my yn 'e holle, ik bin dronken (yn ’e kop).

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Duizelig

bn. (-er, -st), 1. draaierig, licht in het hoofd, door verzwakking van het evenwichtsgevoel, neiging tot vallen hebbende: als ik van een toren naar beneden kijk, word ik duizelig; — ook oneig.: duizelig van geluk; 2. duizelingwekkend.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

duizelig

bn. (draaierig): hij buitelt driemaal over zijn hoofd zonder — te worden.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

duizelig

bn. en bw. (-er, -st) draaierig in het hoofd : ik word -. Syn. → bedwelmd.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Duizelig

bn. (-er, -st), 1. draaierig, licht in het hoofd, door verzwakking van het evenwichtsgevoel, neiging tot vallen hebbende, als ik van een toren naar beneden kijk, word ik (oneig.) duizelig van geluk; 2. duizelingwekkend.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)