duizelig
duizelig - Bijvoeglijk naamwoord 1. een gevoel waarbij alles lijkt rond te draaien en het gevoel voor evenwicht verstoord is Woordherkomst Afgeleid van de stam van duizelen met het achtervoegsel -ig. Verwante begrippen duizelen
Wiktionary (2019)
duizelig - Bijvoeglijk naamwoord 1. een gevoel waarbij alles lijkt rond te draaien en het gevoel voor evenwicht verstoord is Woordherkomst Afgeleid van de stam van duizelen met het achtervoegsel -ig. Verwante begrippen duizelen
Muiswerk Educatief (2017)
duizelig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: dui-ze-lig 1. met een draaierig gevoel alsof je gaat vallen ♢ ik werd duizelig toen ik naar beneden keek Bijvoeglijk naamwoord: dui-ze-lig ... is duizeliger dan ......
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj., dûz(el)ich, dûzich, dronken, draeijerich, mealderich, dwyl lichthollich, swymhollich, licht yn ’e holle; ik ben —, it draeit my yn 'e holle, ik bin dronken (yn ’e kop).
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), 1. draaierig, licht in het hoofd, door verzwakking van het evenwichtsgevoel, neiging tot vallen hebbende: als ik van een toren naar beneden kijk, word ik duizelig; — ook oneig.: duizelig van geluk; 2. duizelingwekkend.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-er, -st), 1. draaierig, licht in het hoofd, door verzwakking van het evenwichtsgevoel, neiging tot vallen hebbende, als ik van een toren naar beneden kijk, word ik (oneig.) duizelig van geluk; 2. duizelingwekkend.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: