Wat is de betekenis van Duits?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Duits

Duits - Zelfstandignaamwoord 1. (taal) een taal die gesproken wordt in Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Italië en België Het Duits is een taal die door veel mensen gesproken wordt. Duits - Bijvoeglijk naamwoord 1. (demoniem) betreffende Duitsland of het Duits ...

2024-04-20
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

Duits

Duits - Verwijst naar de cultuur van de moderne natie Duitsland of meer in het algemeen naar de culturen die hebben bestaan op het grondgebied van dit Centraal-Europese land. De term kan ook in bredere zin verwijzen naar de culturen van vroegere bewoners of verwante volkeren in Centraal- en Noord-Europa, die dialecten spraken waaruit de Germaanse e...

2024-04-20
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Duits

Het woord is ontstaan uit het Oudgermaanse „thiuda”, dat volk betekent; oorspronkelijk betekende Duits, evenals de verwante woorden Diets en dutch, „volks”. Van omstreeks de 8ste eeuw af werd het begrip steeds meer gebezigd om de gemeenschappelijke taal van de Germaanse stammen in Midden-Europa aan te duiden. Het saam...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Duits

adj., Dútsk.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Duits

I. bn. bw., 1. (veroud.) Nederlands: Wilhelmus van Nassouwe ben ick van Duytschen bloet; 2. van de Duitsers, van, uit Duitsland: de Duitse taal;Je Duitse Orde, in 1190 gestichte geestelijke ridderorde; II. zn., I. o., 1. de Duitse taal; 2. (voorheen) de Nederlandse taal: of rijm ik, dat een boer dit Duits niet...

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Duits

1. bn., bw. ([als] van, in, uit, eigen aan, betrekking hebbende op Duitsland): -e taal; de -e orde, -e ridders, geestelijke ridderorde in 1190 gesticht; 2. o. (de taal); 3. -e, v. -n (Duitse vrouw, Duits meisje).

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Duits

[→ Diets] 1. bn. en bw. (als) van. in, uit, betreffende Duitsland : het -e Rijk; het -e varkensras. 2. o. Duitse taal.