dubben
dubben - Werkwoord 1. (inerg) twijfelend overwegen ♢ Ik ben er nog niet uit, ik zit nog te dubben. dubben - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dub Synoniemen nasynchroniseren
Wiktionary (2019)
dubben - Werkwoord 1. (inerg) twijfelend overwegen ♢ Ik ben er nog niet uit, ik zit nog te dubben. dubben - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dub Synoniemen nasynchroniseren
Genootschap Onze Taal (2001)
Het werkwoord dubben ('piekeren') komt vermoedelijk van a het Latijnse dubitare (‘twijfelen’); b het Oudfranse doble (‘dubbel’), net als dobbelen; c het Duitse dübeln (‘twijfelen tussen twee opties’), dat door Goethe veel gebruikt werd in zijn roman Die Leide...
Veerman (1954)
Het maken van plantgaten, waarbij de uitgekomen grond omgekeerd in hetzelfde gat wordt teruggebracht.
M. J. Koenen's (1937)
dubde, h.gedubd(l twijfelen, weifelen, aarzelen; 2 soezen): 1. de jongens staan te —, of ze de waarheid zullen zeggen of niet; 2. in bed liggen —; nog Z.-N. piekeren.
Jozef Verschueren (1930)
(dubde, heeft gedubd) [msch. ~ dobber] 1. twijfelen, weifelen, aarzelen: hij stond te - en wist niet wat te doen. 2. bedrukt denken: en schudde -d het hoofd. 3. soezen, suffen: hij zat te -.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: