Wat is de betekenis van Dubbelen?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dubbelen

dubbelen - Werkwoord 1. (intr) (sport) een dubbelspel spelen 2. (ov) een beschermende laag aanbrengen 3. (ov) op een nieuwe papieren onderlaag plakken 4. (ov) (sport) op een ronde achterstand zetten 5. (ov) (in België) doubleren, blijven zitten, een jaar overdoen dubbelen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfs...

2024-04-20
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Dubbelen

Dubbelen - een tegenstander op een ronde achterstand rijden. Gallicisme naar Fr. doubler. Syn.: lappen.

2024-04-20
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

dubbelen

doubleren

2024-04-20
Hockey begrippenlijst

Koninklijke Nederlandse Hockeybond (2016)

Dubbelen

Dubbelen is een verdedigingstactiek, waarbij één speler de balbezitter naar een tweede verdediger channelt . De tweede verdediger verovert vervolgens de bal.

2024-04-20
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

dubbelen

het jaar overdoen, zittenblijven; ook: bissen

2024-04-20
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

dubbelen

dubbelen: de andere renners op een ronde achterstand rijden.

2024-04-20
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

dubbelen

Een tegenstander op een ronde achterstand rijden. Gallicisme. Naar het Franse ‘doubler’. Syn.: lappen. Gij zijt niet te dubbelen, en in den sprint moet ge maar je plan trekken... zei hij tegen Michael De Baets. (Karel van Wijnendaele: Het rijke Vlaamsche wielerleven. 1943)

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

dubbelen

→ lappen