drosera
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Dr. C. A. Backer (1936)
Drósera L. [C. Linnaeus], - vr. vorm van Gr. drosĕros (van drosos, dauw), bedauwd: bedauwd(e plant). De bladeren zijn bezet met vele klieren, welke vaak zooveel vochtdroppels afscheiden, dat zij schijnen bedauwd te zijn.
Jac. de Bruijn (1973)
van Gr. woord dat dauw betekent; bedauwde plant; de bladeren zijn bezet met vele klieren die vaak zoveel vochtdruppels afscheiden, dat zij bedauwd schijnen
Veerman (1954)
zonnedauw of vliegenvangertje (farn. Droseraceae), heeft in Ned. 3 vertegenwoordigers. Het is een gesl. van vleesetende planten, d.w.z. planten, die behalve door met hun groene bladeren te assimileren, ook op andere wijze voedsel opnemen. Zij zijn in het bezit van inrichtingen om kleine dieren (spinnen, mieren, vliegjes) te vangen, vast te houden e...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Drosera - Zonnedauw of Vliegenvangertje, plantengeslacht der Droseraceeën met een honderdtal soorten, voornamelijk in Australië en de tropen; slechts drie soorten komen in Europa voorin de hoogvenen, n.l. Dr. intermedia, Dr. rotundifolia en Dr. anglica ( = Dr. longifolia). Alle drie soorten zijn ook in Nederland te vinden, meestal in zeer groote ho...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: