Wat is de betekenis van Drogist?

uitbater van een drogisterij. iemand die voor zijn beroep een winkel uitbaat waar middelen voor lichaamsverzorging, schoonmaakmiddelen, middelen voor de gezondheid (waaronder slechts in beperkte mate medicijnen) en snoep worden verkocht; uitbater van een drogisterij. Voorbeelden: Supermarkten mogen niet zonder vergunning of deskundig...

Een drogist is iemand die eigenaar is van een drogisterij of daar werkzaam is. Hij of zij verkoopt voornamelijk producten met betrekking tot persoonlijke verzorging en het huishouden. Veel drogisterijen zijn naast de persoonlijke verzorgings- en huishoudproducten ook andere goederen gaan verkopen zoals snoep, speelgoed en cd's. Daardoor is het...

(17e eeuw) (scheldw.) droog, saai persoon. • Een Drooghist, waar uyt men nau sou parsen Een droppel nats of twee; 't is al vervrosen stijf, En hy en heeft gheen lust noch leven in sijn lijf. (G.A. Bredero: De werken van. 1610-1620)

drogist - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) detaillist die allerlei artikelen voor lichaamsverzorging verkoopt in zijn drogisterij ♢ Bij de drogist stond ik wat onschuldige zalfjes en pleisters te zoeken, toen ik rechts van mij een vrouw tegen een man hoorde zeggen: „Hé, inlegkruisjes voor mannen, ik wi...

drogist - zelfstandig naamwoord uitspraak: dro-gist 1. winkel die onder andere medicijnen en make-up verkoopt ♢ bij deze drogist krijg je korting op de shampoo Zelfstandig naamwoord: dro-gist de drogist ...

Iemand die in een winkel onder andere geneesmiddelen verkoopt die je kunt krijgen zonder recept van de dokter, zoals veel pijnstillers, hoestdrank, laxeermiddelen en maagtabletten.

iemand die drogerijen verkoopt. De tegenwoordige drogist heeft in hoofdzaak andere zaken in zijn winkel: diverse soorten patentgeneesmiddelen, parfumerieën, schoonmaakartikelen, toiletartikelen.

drogist.

...