Wat is de betekenis van droevig?

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

droevig

droevig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: droe-vig 1. verdriet hebben of laten blijken ♢ ik was erg droevig bij de begrafenis Algemene uitdrukkingen: 1. het is droevig gesteld met iets [he...

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Droevig

adj. & adv., dröf, drövich, earmhertich, bidrukt, tryst, brienich.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Droevig

bn. bw. (-er, -st), 1. bedrukt door leed, mistroostig en verdrietig gestemd ; 2. van droefheid getuigend: een droevige blik, een droevig afscheid; 3. tot droefheid stemmend : droevige voorvallen, berichten, omstandigheden, geluiden, tijden ; — het is droevig gesteld met —, is er slecht aan toe ; 4. in verzwakte opvatting : beklagensw...