Wat is de betekenis van driepikkel?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

driepikkel

Het begrip driepikkel heeft 2 verschillende betekenissen: 1) stoeltje met drie poten. stoeltje of krukje met drie poten. 2) driepoot. uit drie aan de bovenkant naar elkaar toe lopende staanders bestaande constructie; driepoot.

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

driepikkel

(de, -s) drievoet, driepoot, statief. Met een camera op een driepikkel zijn er mogelijkheden zat. - GvA, 23-01-2003.

2024-04-25
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

driepikkel

In Vlaanderen komt de bastaardvloek wel hemelse driepikkel! voor. Vgl. Mullebrouck (1984). Een driepikkel is een gewestelijk woord voor ‘bankje of voetstuk met drie poten, drievoet’. Die betekenis is niet in onze vloek gerealiseerd. Ik denk dat wij moeten uitgaan van een verzuchting wel hemelse Drievuldigheid!, die...

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

driepikkel

Stoeltje, krukje op drie poten; statief met drie poten (voor camera’s e.d.); driepoot, drievoet; ook in toep. op een bouwsel met drie stokken boven een vuur bij het kamperen. Een gezonde zwarte broer... stookt gehurkt een belachelijk minuskuul vuurtje tussen een driepikkel, waarboven zijn potje pruttelt, JONCKHEERE 1957, 65. Hij houdt het la...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Driepikkel

m. (-s), (Zuidn.) bankje of voetstuk met drie poten, drievoet.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

driepikkel

m. (-s) driepoot.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Driepikkel

m. (-s), (gew.) 1. driepoot, stoeltje op drie poten; 2. statief.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)