Wat is de betekenis van driepas?

Een driepas is een gotisch geometrisch motief van maaswerk in venstertoppen, nissen, borstwering, friezen e.d. gevormd door drie elkaar rakende cirkels en een grote omschreven cirkel.

Figuur van drie lobben in een cirkel, ziet eruit als een gestileerd klaverblad. Veel toegepast siermotief in de Gotiek, in nissen, friezen en spitsboogvensters. Bestaat ook met vier, vijf of meer lobben en heet dan vier-, vijf- en veelpas.

Driepas (zie pas) is een versierende vorm (1) in het gotische (zie gotiek) maaswerk (2); naar het aantal cirkelsegmenten spreek je van drie-, vier-, vijf-, zes-, of veelpas.

driepas - Figuren samengesteld uit drie gelijke bogen of lobben, en afgescheiden door uitsteeksels.

gotisch ornament in de vorm van drie symmetrische bladvormen, geconstrueerd uit drie elkaar rakende cirkels waarvan de middelpunten de hoekpunten van een gelijkzijdige driehoek vormen, ontsloten door een cirkel.

Geometrisch versieringsmotief in de gotiek, bestaande uit drie elkaar rakende cirkels.

m., 1. bijzondere pas, bestaande in het vooruitplaatsen van een been, het bijtrekken van het andere en het weer vooruitplaatsen van het eerste, waarna hetzelfde met het andere been geschiedt (ook pas van drie genoemd); 2. figuur van drie elkaar snijdende cirkelbogen (in gothisch maaswerk).

noemt men in de bouwkunst de figuur, die veel in het ornament van de middeleeuwen wordt gebruikt, ook in venstertraceringen, nl. de vulling in een cirkel met drie gedeeltelijke cirkels als een klaverblad.

Architectonische term voor een Gotische traceering, gevormd door halve cirkels, die een heelen cirkel inwendig raken.