Wat is de betekenis van driehoekig?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

driehoekig

driehoekig - Bijvoeglijk naamwoord 1. de vorm van een driehoek hebbend Woordherkomst Samenstellende afleiding van drie en hoek met het achtervoegsel -ig afgeleid van driehoek met het achtervoegsel -ig

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

driehoekig

driehoekig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: drie-hoe-kig 1. met de vorm van een driehoek ♢ Adriana droeg een driehoekige sjaal Bijvoeglijk naamwoord: drie-hoe-kig de/het driehoekige ... ...

2024-04-24
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

driehoekig

driehoekig - Met de vorm of omtrek van een veelhoek met drie zijden en drie hoeken.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Driehoekig

adj., trijehoekich, -kant(ich).

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Driehoekig

1. bn., de vorm van een driehoek hebbende: een driehoekig kleed; 2. bw., in de vorm van een driehoek of met drie hoeken: een driehoekig omgebogen ijzerdraad. [Het accent wisselt.]

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

driehoekig

bn. 1. met drie hoeken: een eiland. 2. in de vorm van een driehoek: een -e plaat.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Driehoekig

(het accent wisselt), 1. bn., de vorm van een driehoek hebbende: een driehoekig kleed; 2. bw., in de vorm van een driehoek of met drie hoeken: een driehoekig omgebogen ijzerdraad.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Driehoekig

DRIEHOEKIG, bn. den vorm van een driehoek hebbende.