drieëntwintigste
drieëntwintigste - Rangtelwoord 1. nummer drieëntwintig in een rij. ♢ Hij viert morgen zijn drieëntwintigste verjaardag. 2. gedeeld door drieëntwintig. Woordherkomst Afgeleid van het hoofdtelwoord drieëntwintig met het achtervoegsel -ste