dribbelen
(werkwoord) [voetbal] pingelen
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
Wiktionary (2019)
dribbelen - Werkwoord 1. ergatief met kleine passen lopen ♢ Hij dribbelde door de straat want hij was gestrest. 2. ergatief met de bal aan de voet over het veld heen lopen of rennen ♢ Hij dribbelde langs alle verdedigers om te kunnen scoren. Wo...
Marc De Coster (2017)
Dribbelen - de bal met korte tikjes van de voet voortbewegen, onder controle houden. Eng. to dribble.
Muiswerk Educatief (2017)
dribbelen - regelmatig werkwoord uitspraak: drib-be-len 1. met de voeten de bal vooruit drijven en tegenstanders passeren ♢ Mathieu dribbelt op het veld iedereen voorbij Regelmatig werkwoord: drib-be-len ik dribbel...
Michel Uyen
Voetballer probeert zijn tegen¬stander te dribbelen (te omspelen). Maar ook: rechter Liekendael probeert de jour¬nalisten te dribbelen (zij probeert te ontkomen aan het journaille). En: Alonso probeert Schumacher te dribbelen (eruit te rijden).
Van Dale Uitgevers (1950)
(dribbelde, heeft en is gedribbeld), 1. met kleine snelle passen lopen (vgl. trippelen): ’t jonge vrouwtje dribbelde ’t ganse huis door; vaak met het bijdenkbeeld van bedrijvigheid, ook van onbeholpenheid: ’t kind dribbelde van de ene stoel naar de andere; dribbelende ganzen; — (voetb.) snel lopen...
M. J. Koenen's (1937)
dribbelde, h., i. gedribbeld (lopen met kleine vlugge pasjes [in afwisselende richtingen]): achter haar — twee kleintjes.
Jozef Verschueren (1930)
(dribbelde, heeft gedribbeld) [Frekw. drijven] 1. met kleine pasjes snel lopen : zie dat kindje, dat vrouwtje -. 2. Sport, de voetbal met de voet drijven.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: