drek
drek - Zelfstandignaamwoord 1. mest, uitwerpselen, viezigheid ♢ Hij stond tot zijn knieën in de drek.
Wiktionary (2019)
drek - Zelfstandignaamwoord 1. mest, uitwerpselen, viezigheid ♢ Hij stond tot zijn knieën in de drek.
Muiswerk Educatief (2017)
drek - zelfstandig naamwoord 1. onverteerd voedsel dat via je anus naar buiten komt ♢ ik ben met mijn nieuwe schoenen in de drek gestapt Zelfstandig naamwoord: drek de drek Synoniemen fecaliën, kak, ontlasting, poep, schij...
J. van Donselaar (1936)
(de, -ken), woerd. Tot veertig, vijftig woerden of drekken ( ), die opmerkelijk talrijker dan de wijfjes voorkomen, kunnen op deze wijze in een dag bemachtigd worden (P&P 1908: 87). Etym.: Ook S. Vgl. E drake = id.
Van Dale Uitgevers (1950)
m., g. mv., 1. vaste uitwerpselen van mensen en dieren, mest; — (fig.) in de drek vallen, de eer verliezen (inz. van meisjes); — iem. uit de drek helpen, hem voor oneer, straf enz. behoeden; — hij heeft geld als drek, is zeer rijk; — iem. met drek werpen, hem op een lage wijze beschimpen; —...
Jozef Verschueren (1930)
m. 1. Eig. vuil, vuilnis : in de zitten; als men in roert, stinkt het, zwijg maar over dat vuile zaakje; de aardse -, het geld. Syn. → aal. 2. Metf. iets verachtelijks : iets voor achten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: