Wat is de betekenis van Drabbig?

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Drabbig

adj., dridzich.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Drabbig

bn. (-er, -st), met drab vervuld, als drab, dik, niet vloeibaar: drabbige inkt; een drabbige sloot.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

drabbig

bn. (vol drabbe: troebel; modderig): -water, -e inkt, een-e sloot; drabbigheid, v.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

drabbig

('drabbəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. met drab vervuld, troebel : -e inkt. 2. modderig : een -e sloot.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Drabbig

bn. (-er, -st), met drab vervuld, als drab, dik, niet vloeibaar: drabbige inkt; een drabbige sloot.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Drabbig

DRABBIG, bn. (-er, -st), dik, niet dun vloeibaar drabbige inkt; modderig eene drabbige sloot. DRABBIGHEID, v.

Gerelateerde zoekopdrachten