draaien
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Marc De Coster (2020-2024)
1) (2006) (radio) een programma maken. • Draaien: programma maken. "Ik moet vandaag draaien." (www.uithilversum.nl, dj. jargon. 2006-2009) 2) (begin 20e eeuw) (Ned-Indië) iets onaangenaams geven: 'De leraar heeft me weer een onvoldoende gedraaid'. • (Richard Cress: Petjoh. Woorden en wetenswaardigheden uit het Indisch...
Wiktionary (2019)
draaien - Werkwoord 1. ergatief om een middelpunt bewegen ♢ De auto moest eerst draaien om de garage in te kunnen rijden. ♢ Martijn liet de tol hard draaien. draaien - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dr...
Muiswerk Educatief (2017)
draaien - regelmatig werkwoord uitspraak: draai-en 1. rondjes maken ♢ de aarde draait om de zon 1. je moet er niet omheen draaien [je moet zeggen waar het op staat] ...
Marc De Coster (2017)
Draaien - 'soepel draaien': soepel fietsen, zonder veel moeite. In het Franse argot pédaler dans le beurre, fumer la pipe. Eng. to ankle.
Jan Luitzen (2009)
(onov ww; draaide; h. gedraaid) 1 - (de pedalen, een versnelling) soepel rondtrappen, syn. ronddraaien: hij draaide een kleine, grote versnelling (rond. → duwen (1) 2 - rouleren (2), ronddraaien, zwikken en zwakken
Jan Luitzen (2008)
(ov ww; draaide; h. gedraaid) SP - bewegen van een gestrekt lichaamsdeel om zijn lengteas of van het hele lichaam om zijn breedte-, lengte- of diepteas. • Maak je bij een draai kleiner door lichaamsdelen naar de draaias toe te brengen en je gaat sneller draaien. Het omgekeerde gebeurt ook. Strek je uit een kleine positie in een draai uit door lic...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: