Wat is de betekenis van dozijn?

dozijn - Zelfstandignaamwoord 1. een set van twaalf ♢ Hij heeft een dozijn fietsen thuis. Verwante begrippen gros (een dozijn dozijnen)

dozijn - zelfstandig naamwoord uitspraak: do-zijn 1. twaalf stuks ♢ zij kocht een dozijn potloden 1. daarvan gaan er dertien in een dozijn [dat is heel gewoon] Zelfstandig naamwoord...

Aanduiding voor 12 stuks en wordt vaak gebruikt bij het samenstellen van oester-, mossel-, slakken – of kikvorsgerechten.

s.n., dozyn (it).

...

o. (-en), twaalftal: bij het dozijn verkopen; een half dozijn, (ongeveer) zes; — een dozijntje, ongeveer twaalf; — (spr.) zo gaan er twaalf (of dertien) in het dozijn, dat zijn dingen, personen van weinig waarde, betekenis; — zo gaan er geen twaalf in een dozijn, het is iets buitengewoons;...

o. -en, dozijntje ([Lat. duodecim]: twaalftal): bij het — verkopen', z. dertien.

(do'zijn) o. (-en) [Fr. < Lat. duodecim, twaalf] twaalftal : bij het verkopen. → boerendozijn, dertien, twaalf.

o. (-en), twaalftal: bij het verkopen; een half dozijn, (ongeveer) zes; een dozijntje, ongeveer twaalf; (spr.) zo gaan er twaalf (of dertien) in het dozijn, dat zijn dingen, personen van weinig waarde, betekenis; zo gaan er geen twaalf in een dozijn, het is iets buitengewoons; een boerendozijn, dertien.