Wat is de betekenis van dorps?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dorps

dorps - Bijvoeglijk naamwoord 1. op de manier zoals het in een dorp toegaat Hoewel het een wijk in een grote stad was, was er toch een sfeer van dorpse gemoedelijkheid. Woordherkomst Afgeleid van dorp met het achtervoegsel -s

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dorps

dorps - bijvoeglijk naamwoord 1. zoals in een dorp, bij dorpsbewoners ♢ het groeten van mensen die je tegenkomt is een dorpse gewoonte Bijvoeglijk naamwoord: dorps ... is dorpser dan ... de/het dorpse ......

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dorps

bn. bw., als op een dorp, als van dorpelingen: zich dorps kleden; het is daar nog echt dorps, landelijk.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dorps

bn., bw. (dorpachtig): een — jongmens, -e manieren; zich — kleden.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dorps

bn. en bw. dorpachtig : een jongmens; zich kleden.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dorps

bn. en bw., als op een dorp, als van dorpelingen: zich dorps kleden; het is daar nog echt dorps, landelijk.